Er is niks fijner dan lekker met je hond ravotten en knuffelen. In zijn enthousiasme krijg je misschien zelfs wel eens een natte tong in je gezicht geduwd. Hartstikke grappig natuurlijk, maar wanneer je hond enorm uit zijn bek stinkt is dat toch iets minder leuk. Niet alleen omdat het knuffelen dan een stuk minder aangenaam wordt, maar ook omdat het een teken kan zijn dat het niet zo goed gaat met het gebit van je hond. Tijd voor een bezoekje aan de tandarts!
Het hondengebit
Het gebit van een hond lijkt misschien niet erg op dat van een mens, maar toch zijn er flink wat overeenkomsten. Zo heeft een hond eerst ook een melkgebit dat meestal uit 28 tanden bestaat en gevolgd wordt door de blijvende tanden, zo’n 42 stuks. Ook honden hebben snijtanden, hoektanden en kiezen. Al drie weken na de geboorte krijgt je pup zijn eerste melktandjes en zo rond de 12 weken is het gebit compleet. Dat duurt niet zo heel lang want al met 4 maanden begint je hond te wisselen en met een half jaar is het melkgebitje als het goed is vervangen voor het blijvende gebit.
Wanneer moet je met je hond naar de tandarts?
Net als mensen krijgen ook honden last van tandplak. Wanneer je het gebit van een hond niet goed verzorgt kan tandplak in tandsteen veranderen, wat weer voor ontstekingen kan zorgen. Tandsteen is dan ook het meest voorkomende tandprobleem bij honden. Het begint vaak met het bruin verkleuren van de hoektanden en uiteindelijk serieuze stukken tandsteen op alle tanden. Als het tandsteen het tandvlees in de weg gaat zitten en daarop duwt kan dit niet alleen heel pijnlijk zijn voor de hond maar ook voor ontstekingen zorgen, die zelfs kunnen overslaan op de organen. Een goede gebitsverzorging is dus hartstikke belangrijk. Je hoeft direct bij het eerste beetje tandplak naar de tandarts te rennen, maar er zijn wel signalen dat de gezondheid van het hondengebit te wensen over laat zoals een vieze adem, losse of uitvallende tanden, rood tandvlees en moeite bij brokken eten. Dan is het zeker tijd voor een bezoekje aan de tandarts. Ook wanneer de tanden erg afslijten door ouderdom of door veelvuldig kauwen, of er sprake is van een erfelijke afwijking van de kaak of het gebit is het verstandig de tanden extra te laten controleren. En breekt er een tand af (van het blijvende gebit) dan is dit ook een reden voor een afspraak bij de tandarts.
Tandproblemen bij je hond voorkomen
Om voor een goede gezondheid van je hond te zorgen (en lekker te kunnen blijven kroelen) is het belangrijk dat je tandproblemen bij je hond probeert te voorkomen. Dat doe je in de eerste plaats door te zorgen voor een goede verzorging. Dat betekent niet alleen dat je zorgt voor de juiste voeding, passende speeltjes en het poetsen van de tanden, maar ook dat je het gebit van je hond regelmatig laat controleren door een dierenarts of tandheelkundige, zodat je problemen vroegtijdig ontdekt en kunt behandelen.
Tandenpoetsen bij je hond
Tandplak is de grote boosdoener wanneer het gaat om tandproblemen. Daarom is tandenpoetsen het beste wat je kunt doen om tandproblemen te voorkomen. De tanden van een hond poetsen kan nog best een uitdaging zijn. Daarom is het, net als bij kleine kinderen, belangrijk om dit eerst rustig te oefenen zodat ze eraan kunnen wennen. Probeer er structuur in te krijgen en doe het elke dag op hetzelfde moment, zodat je hond leert wat er gaat gebeuren. Laat hem langzaam wennen aan de tandenborstel en het openen van de bek. Wanneer hij hier niet meer van schrikt kun je voorzichtig zachtjes en langzaam poetsbewegingen gaan maken. Je kunt poetsen met een speciale tandenborstel voor honden, of met een tandenborstel voor baby’s. Gebruik hierbij echter geen gewone tandpasta want fluoride is niet geschikt voor honden en kan zelfs giftig zijn. Uiteraard laat je na afloop van een geslaagde poetsbeurt duidelijk merken dat hij het heel erg goed gedaan heeft. Lukt het tandenpoetsen niet? Vraag de dierenarts of tandarts of hij je tips kan geven om er toch in te slagen voor een gezond hondengebit te zorgen.