Alle honden hebben een harige vacht, de een korter dan de ander. Maar dat is niet het enige verschil. Er zijn enorm veel vachttypes die mede het uiterlijk van de hond bepalen. Er zijn honden met een gladde- of een viltvacht, maar ook honden met een vacht van kroeshaar of een dubbele vacht. Over die laatste informeren we je hier.
Honden met een dubbele vacht zijn onder andere een Alaska-Malamute, bearded collie, bordercollie, chinook, chow-chow, Siberische husky, New Foundlander, English sheepdog, Duitse herder en een golden retriever.
Ondervacht moet goed worden verzorgd
Met name de ondervacht moet goed worden verzorgd. Doe je dat niet dan raakt deze al snel in de klit en kan gaan vervilten. Dan kom je er met geen hondenborstel of kam meer doorheen en raakt de ondervacht ook zijn functie kwijt. Het is belangrijk dat deze vacht de hond warm houdt in de winter en koel houdt in de zomer.
Honden met een dubbele vacht verharen op verschillende momenten, maar vooral in het voorjaar. De hele onderlaag is dan in de rui. Het voordeel; de hond heeft in de zomer een dunnere laag haar. In het najaar kan de vacht nog een keer in de rui gaan, en dan vormt zich al snel een dikke winterlaag. Het is overigens het hele jaar door belangrijk de haren van de hond wekelijks goed te borstelen. Dat moet je ook weer niet overdrijven, want de hond heeft er niets aan als de ‘goede’ haren ook verdwijnen.
Honden met dubbele vacht en de verschillende lagen haar
Stokharige honden
Honden met een dubbele vacht worden ook wel stokharige honden genoemd. Ze hebben een ondervacht (onderwol) van zachte, korte en dikke haren met daar overheen een vacht van korte haren (rottweiler, labrador) of lange haren (golden retriever, collie, herdershond). Die bovenste laag zorgt ervoor dat de huid van de hond nauwelijks nat wordt. Verder zorgt deze dubbele vacht ervoor dat de hond het in de winter niet koud krijgt en het houdt de warmte in de zomer op afstand. Als die dubbele vacht nat wordt, is zo’n hond niet zomaar droog. Toegegeven, een natte hond ruikt niet lekker maar hondenshampoo kan soelaas bieden. Deze stokharige honden verharen zo’n twee keer per jaar, zoals eerder omschreven.
Ruwharige honden
Er zijn ook honden met een dubbele vacht die ruwharige honden worden genoemd. Deze honden verliezen eens in de zes maanden in één keer hun dekhaar. Deze honden moeten worden geplukt. De onderlaag blijft zitten. Het duurt een paar weken voordat het dekhaar weer is aangegroeid. De laag van dekharen moet altijd met beleid worden geborsteld om de onderlaag te sparen.
Langharige honden met weinig wol
Bij langharige honden met weinig wol (Ierse setter of Drentse patrijshond) verharen beide lagen van het haar. Dat gebeurt steeds een beetje. Deze honden kunnen een paar keer per jaar worden getrimd. De hond regelmatig borstelen is ook belangrijk.
Langharige honden met veel wol
De hond met lange haren en veel wol in de onderlaag vraagt om de meeste vachtverzorging. Deze hond verhaart het hele jaar door. Daardoor kan de vacht door al die losse haren makkelijk gaan klitten. Denk aan bobtails en de Hollandse schapendoes. Het borstelen vraagt om een goede techniek en het is belangrijk daar informatie over te vragen bij de fokker of de dierenarts. Een goede trimmer bij een erkende trimsalon zou hier ook van op de hoogte moeten zijn. Je moet het zeer regelmatig doen om huidproblemen ten gevolge van klitten te voorkomen (hot spots).