Ze zijn het liefst de hele dag buiten, struinen graag wat in het rond, lopen met de baas mee de tuin in of het land op en verwelkomen gasten op het erf met een eigengereid geblaf. Erfhonden. Echte erfhonden zijn onder meer de Drentsche patrijshond en de Hovawart. We stellen ze aan je voor.
Er lijken veel honden als erfhond in aanmerking te komen, maar die kunnen dan net weer niet zichzelf goed vermaken of zijn meer een waakhond dan een erfhond. Een erfhond mag heus waaks zijn, maar niet agressief. Gasten die het erf betreden moeten nog altijd welkom zijn. Een beetje blaffen is tot daaraan toe, maar dan moeten ze toch allervriendelijkst zijn. En dan gaat het er ook nog om dat een erfhond als gezinshond kan fungeren. Dat luistert nauw. Een hond die niet alleen waaks, maar ook een echte gezinshond is, is onder meer de Drentsche patrijshond en de Hovawart. We zetten hier de belangrijkste algehele kenmerken op een rij. Weet dat iedere hond ook zo zijn eigen karaktertrekken heeft. Geen hond is gelijk. Maar raskenmerken zijn er wel.
Drentsche patrijshond
De Drentsche patrijs heeft de volgende kenmerken:
-Haal je een Drentsche patrijshond als een pup in huis dan duurt het een paar jaar voor hij echt volwassen is. Volgens kenners wel zo’n jaar of drie. Dat vraagt om een flinke lange tijd waarin hij opgevoed moet worden. Als je daar de tijd voor neemt, heb je er uiteindelijk een prachtige trouwe (erf)hond voor terug.
-Een Drentsche patrijshond is bestand tegen de kou door de stevige langharige vacht. Dat zorgt ervoor dat hij dagenlang buiten kan zijn.
-De hond heeft bakken energie. Hij kan hele dagen in beweging zijn. Houd je hem in huis dan is veelvuldig uitlaten noodzakelijk.
-Een hele dag alleen buiten zijn zielig? Allerminst. De Drentsche patrijs kan zichzelf heel goed vermaken. Je doet hem er alleen maar een plezier mee. Hij heeft echt niet direct een maatje nodig.
-De hond is waaks en blaft als er vreemden het erf opkomen, maar is daarentegen niet agressief. Hij is zelfs heel lief voor kinderen.
-De Drentsche patrijs staat bekend als een boerenhond. Hij is wat log in zijn doen en laten, maar let wel; hij stamt af van honden die vroeger mee gingen op de jacht. En dat kan hij nog als de beste.
Hovawart
Deze Duitse hond, sinds 1956 in Nederland, is flink van formaat, maar opgevoed als een echte erfhond. Het is een groot formaat hond en prachtig om te zien. De naam hove-wart betekent hofwacht, wat duidt op zijn vroegere taak als een hond die de wacht houdt op het erf. Het is ook echt een boerenhond die graag werken wil. De kleur is zwart, blond of zwartblond.
De Hovawart heeft de volgende kenmerken:
-De Hovawart is een zelfstandige en onafhankelijke hond, dat maakt dat hij zich prima in z’n uppie op het erf kan vermaken.
-Een Hovawart moet consequent worden opgevoed. Dat geldt voor iedere hond, maar dit eigengereide type kan maar het beste zo jong mogelijk aan allerlei situaties wennen waardoor hij goed socialiseert. Als je dat standvastig doet, heb je er een betrouwbaar maatje aan. Hij hecht zich sterk aan het gezin.
-De hond kan goed met kinderen omgaan, maar heeft al snel de neiging ze te willen beschermen. Daar moet je goed op letten.
-Als erfhond verwelkomt een Hovawart een vreemdeling enthousiast. Blaft wat en laat je dan met rust. Het is de vriendelijkheid zelve.
-Hun dikke vacht zorgt ervoor dat ze prima dagenlang buiten kunnen zijn. Het laat zich raden dat koelere temperaturen deze honden beter liggen dan wanneer het warm is in de zomer.
-De Hovawart houdt ervan in beweging te zijn. Een eind fietsen, waarbij de hond veilig mee kan rennen naast de fiets, is favoriet. Ook spelletjes doen en sporten doen ze graag.