Trailrunning is helemaal hot. Lekker rennen door de bossen en een flink aantal kilometers afleggen. Doe je dat met je hond, dan heet het canicross. Een sport die steeds populairder wordt.
Je hebt er een paar hardloop- of trailschoenen voor nodig, een heupgordel, tuigje en elastische lijn, en een hond die er zin in heeft. Of het nu gaat om wel of geen rashond, een kleine of een grote hond. Als de hond er ook plezier aan beleeft en er geschikt voor is, is canicross dé sport.
Je moet er samen voor trainen
Canicross wordt al langer in Canada gedaan, waar het zijn oorsprong vindt in wedstrijdverband. In België en Frankrijk blijkt het zeer populair te zijn en langzaam waait dit naar Nederland over.
Wat voor jou geldt, geldt ook voor de hond. Het is belangrijk het aantal kilometers dat je samen rent, langzaam op te bouwen. Gewoon een hardlooptraining dus. Datzelfde geldt voor het tempo. Ga er niet direct als een dolle vandoor. Je hond en jij moeten samen een fijn tempo opbouwen zodat het goed vol te houden is. Bouw de conditie met z’n tweeën op.
Ga niet hardlopen met een te jonge hond
Een jonge hond is nog niet toe aan direct kilometers hardlopen. Dat kan vanaf een maand of tien, maar dat geldt niet voor ieder ras. Het is goed om als je wilt gaan hardlopen met je hond, dit vooraf met de dierenarts te overleggen. Een hond moet uitgegroeid zijn en geschikt zijn voor het hardlopen.
Tips
- Zorg dat er altijd voldoende water voor de hond beschikbaar is.
- Ga niet hardlopen als het warm is. Een hond raakt sneller warm en verhit. Boven de twintig graden moet je het niet doen.
- Let op de ondergrond waarop je loopt. Voor een hond is asfalt even prima, maar niet te lang. Kies vooral voor onverharde paden of het strand.
- Een hond volgt veelal de koploper, maar als jij dat nou bent? Dan is het goed om consequent commando’s aan te leren. Als je steeds bij rechtsaf ‘rechts’ roept et cetera zal de hond dit snel in de gaten hebben.
Welke honden zijn geschikt?
Volgens het hardloopmagazine Runnersworld zijn vooral husky’s en windhonden gefokt om hard te lopen. Ook een bordercollie kan er wat van. Desalniettemin hangt een en ander ook af van het karakter van de hond. Honden met platte neuzen zoals mopshonden en buldogs krijgen al snel ademhalingsproblemen als ze moeten rennen. Die zijn niet geschikt om mee hard te lopen. Ze raken bovendien dan snel oververhit. Hier doe je een hond geen plezier mee en het is zelfs gevaarlijk.
Een aantal voorbeelden uit de lijst van Runnersworld over wat sommige honden aan lijken te kunnen: voor lange duurlopen lijken Jack Russell Terriërs geschikt. Een Beagle of Engelse setter kan ook een flink eind rennen en de Greyhound of de Whipper kan goed op snelheid rennen. Een Labrador Retriever of Dalmatiër is meer voor langzame duurlopen geschikt en bij warm weer kan een Foxterriër nog een eindje aan. In de kou? Dan komen we bij de Malamut terecht. Of een Siberische Husky of Berner Sennenhond. De Bordercollie houdt van hindernissen en de Labradoedel lijkt goed te trainen te zijn als het gaat om het opvolgen van commando’s. Die luistert goed naar je als je in een groep lopers terecht komt. Die krijg je dus niet zo snel van z’n stuk.
Wedstrijden lopen
Geïnteresseerd en wil je aan wedstrijden deelnemen? Dan is dat heel goed mogelijk. Het is niet zo dat je tegelijk start met een heleboel deelnemers en honden. Je kunt je voorstellen dat de honden dan al snel afgeleid raken door hun soortgenoten. Je start dan ook om de halve of hele minuut zodat niemand last van elkaar heeft. En je rent samen een tijdrit. Veelal over drie tot zes kilometer. Sinds 2012 wordt er in Nederland zelfs een NK canicross gehouden.