Het is hondenweer! Dan weet je genoeg, toch? Geen weer om er eventjes met je hond op uit te gaan, ook al moet dat vaak wel.
Wie een hond heeft, weet dat een blokje om of lange wandeling gewoonweg altijd doorgaat, zelfs als het pijpenstelen regent. Je mag het dan echt wel hondenweer noemen, heel slecht weer. Weeromstandigheden waarbij je zelfs de hond het liefst meteen weer naar binnen zou halen. Want dat is de betekenis van de uitdrukking ‘het is hondenweer’.
Uitdrukking die met honden te maken heeft
Volgens het Genootschap Onze Taal is het woord hondenweer waarschijnlijk ontstaan onder invloed van de uitdrukking: weer om er geen hond door te jagen. Ook dat betekende: heel slecht weer. Het doet terugdenken aan een tijd dat honden slecht werden behandeld.
Woorden die niets met honden te maken hebben
Zoals bij alle uitdrukkingen waarvan de betekenis niet met zekerheid kan worden vastgesteld is er ook een andere verklaring mogelijk. Zo zou volgens het genootschap hondenweer een verbastering zijn van ‘onte weer’. Of ‘ondeweer’, zoals weeronline het beschrijft. Ont betekent slecht of smerig. Dat maakt de betekenis niet anders, maar wel de herkomst. Ook dan betekent hondenweer heel slecht weer. In de loop van de tijd zou ‘onte weer’ klinken als hondenweer en als zodanig verder door het leven gaan. Heeft dus eigenlijk niets met honden te maken.
Hondenweer of hondeweer?
In het Duits kennen ze echter ook Hundewetter en in Frankrijk spreken ze van temps de chien. Daarmee lijkt de eerste verklaring meer voor de hand liggend. In het Nederlands schrijf je volgens het genootschap hondenweer, met een ‘n’. Wie hondeweer schrijft, zonder ‘n’ dus, mag ook door naar de volgende ronde. Dat wordt eveneens geaccepteerd.
Nog een eyeopener. Je kent vast wel de Engelse uitdrukking: it’s raining cats and dogs. Ook dat verwijst naar het bekende hondenweer. Plensregen, guur, koud en ga zo maar door. Zulk slecht weer dat je zelfs een hond binnen houdt. Komt op hetzelfde neer dus.
Hebben hondsdagen hier mee te maken?
Om verwarring te voorkomen vertellen we hier ook nog maar even over nog een uitdrukking met het woord hond: hondsdagen. Die hebben niets met de term hondenweer te maken. De weken van de hondsdagen staan in Nederland en België bekend om het vaak lekkere, warme weer en niet om regenval of kou. De doorgaans warme weken tussen 20 juli en 20 augustus boden boeren vaak een indicatie voor het weer dat in de maanden erna zou volgen. Daar is niets aan gelogen. Volgens weerdeskundigen houdt in zo’n periode het weer langere tijd aan. Is het lekker warm dan is er een grote kans dat dat even zo blijft. Agrariërs gebruikten de volgende spreuk: “Komen de hondsdagen met veel regen, dan gaan we slechte tijden tegen. Komen de hondsdagen helder en klaar, verwacht dan maar een gunstig jaar.” Dat is dan weer gebaseerd op bijgeloof en niet op weerkundige berekeningen en voorspellingen. Maar dat bijgeloof leidde wel tot maatregelen. Op bepaalde plaatsen in Nederland werden honden in die periode gemuilkorfd of aangelijnd. In 1826 bepaalde Gelderland bijvoorbeeld dat honden in deze vier weken niet vrij mochten rondlopen, maar aangelijnd of vastgelegd moesten worden. Gelukkig is dat al eeuwen geleden en trekken we ons daar momenteel niets meer van aan.