Bijna elke hondeneigenaar loopt er wel eens tegen aan; de hond die ineens ‘de baas’ lijkt te willen spelen. Over een andere hond, over een van de gezinsleden of over de eigenaar zelf. Dan gromt hij, zet een hoge rug op, wil niet aan de kant gaan of van de bank, of dringt voor bij het verlaten van de woning. Er wordt dan vaak gezegd dat de hond dominant gedrag vertoont of de leader of the pack wil zijn. Maar klopt dat eigenlijk wel? En wat moet je doen wanneer je hond je probeert te domineren?
Alfa dog en wolf DNA
Wanneer het over dominantie en honden gaat kom je eigenlijk automatisch uit bij de voorloper van de hond, de wolf. Toen de mens nederzettingen ging maken kwamen mens en wolf steeds meer met elkaar in aanraking omdat de wolven in het afval en de etensresten van de mens een makkelijke snack zag. De dapperste en meest makke wolven waagden zich in het mensenkamp en uiteindelijk werden de tamste wolven gedomesticeerd en gefokt tot de honden waar wij vandaag de dag met een poepzakje in de hand achteraan lopen op straat. Omdat de hond dus afstamt van de wolf werd er, om gedrag van de hond te verklaren, ook altijd naar de wolven gekeken. Uit onderzoek naar wolven in gevangenschap in de jaren ’70 door de Zwitserse zoöloog Schenkel en bioloog David L Mech werd de conclusie getrokken dat er binnen een roedel wolven één wolf was die boven de anderen stond, de leider, of de alfa. Binnen de roedel werden er conflicten gezien om in de rangorde omhoog te komen. Vanwege de link tussen wolven en honden werd het gedrag van honden uitgelegd in het kader van wolvengedrag, en werd er dus aangenomen dat honden ook de alfa dog willen zijn, en dat je als baas er voor moet zorgen dat hij leert wat zijn plaats in de rangorde is.
Inmiddels blijkt dat de conclusie die de onderzoekers in de jaren ’70 getrokken hebben niet juist en volledig waren. Uit onderzoek naar wolven die in het wild leven blijkt juist dat er helemaal geen sprake is van een alfa, maar dat de structuur veel dichterbij ons ligt dat we dachten. Bij wolven zijn er namelijk ook gewoon twee ouders die met hun welpen in een roedel wonen. Het ouderpaar heeft hierbij een natuurlijk overwicht en hoewel er zeker wel conflict is binnen een roedel heeft dit niets te maken met de rangorde, maar met het vervullen van bepaalde behoeftes, zoals eten.
Emoties en verlangens
Als je hond bepaalt gedrag laat zien doet hij dat dus niet omdat hij de baas over jou wil spelen of de alfa dog wil zijn. Zijn gedrag ligt ten grondslag aan complexe emoties en verlangens. Als een hond bepaald gedrag vertoont dan doet hij dit omdat het hem iets oplevert. Soms begrijpen wij mensen niet goed wat dit dan is, en ervaren wij het gedrag als negatief. Jouw hond vind het misschien lekker warm op de bank, en hoewel hij er niet op mag wil hij wel graag lekker warm liggen. Dat is een beweegreden om iets te doen wat niet mag. Een hond die heel blij is kan dit uiten door te blaffen of tegen je op te springen. Ook al weet hij dat dit niet mag. Een hond die heel graag met een speeltje wil spelen kan gaan grommen als je zijn spel probeert te onderbreken. Dat heeft niets te maken met dominantie, maar met zijn emotie (boos) en verlangen (ik wil spelen). Dat zijn gedrag niet voortkomt uit zijn verlangen de alfa dog te zijn betekent natuurlijk niet dat je het gedrag maar moet accepteren.
Positief gedrag belonen
Net zoals men teruggekomen is op het idee dat honden aan de top van de rangorde willen staan, zijn er tegenwoordig ook andere ideeën als het om het corrigeren van gedrag gaat. Waar men vroeger dus het idee had dat baasjes hun hond moesten laten zien ‘wie de baas is’ door negatief gedrag te bestraffen, is het nu duidelijk dat straffen en op een negatieve manier corrigeren averechts werkt omdat de hond de straf helemaal niet linkt aan het gedrag wat hij vertoont, of weet wat hij dan wel moet doen en omdat je de emotie achter het gedrag of de intrinsieke motivatie niet hebt begrepen, of gestopt. Op deze manier proberen gedrag te veranderen is dus zinloos, en het is ook nog eens slecht voor de band tussen eigenaar en hond. Ook wat het veranderen van gedrag betreft verschilt het niet zoveel van een menselijke gezinssituatie. Honden hebben namelijk, net als peuters, consequentie, duidelijkheid, rust, reinheid en regelmaat nodig om zich veilig te voelen en te leren hoe ze zich moeten gedragen. Vertoont jouw hond (dominant) gedrag dat je niet prettig vindt dan kun je dit gedrag stoppen en veranderen door eerst te leren waarom je hond dit gedrag laat zien. Welke emotie zit erachter? Is je hond boos, bang, of juist blij? En welk voordeel levert dit gedrag hem nu op? Als je dit weet is het vaak een stuk makkelijker om het gedrag om te buigen naar gedrag dat wel wenselijk is. Hierbij is het belangrijk om te onthouden dat de beloning (het voordeel) voor dit positieve gedrag groter moet zijn dan wat het negatieve gedrag de hond oplevert. Anders is er voor hem geen reden om zijn gedrag te veranderen. Door je hond consequent te trainen om het gewenste gedrag te laten zien en hem hiervoor te belonen zal hij, met tijd, een gedragsverandering aanleren. Die beloning hoeft echt niet altijd in snacks of voer te zitten. Door je hond te prijzen beloon je hem ook.