Een erfhond is in geen geval een agressieve waakhond. Een erfhond houdt van werken en bewaakt op een vriendelijke manier het erf. Zo’n hond is bijvoorbeeld de Drentsche Patrijshond.
Een erfhond scharrelt graag wat rond op het erf rond een huis of boerderij en waarschuwt de bewoners als er bezoekers aankomen. Dit wil niet zeggen dat de hond agressief gaat blaffen en springen en bezoekers geen stap richting de voordeur durven zetten. Maar wat dan wel?
De Drentsche Patrijshond blaft om te waarschuwen
Als een hond als erfhond moet fungeren betekent dit in eerste instantie dat de hond goed gesocialiseerd moet zijn, commando’s goed begrijpt en deze uiteraard goed moet opvolgen. Het is nooit de bedoeling dat een erfhond vreemden zomaar aanvalt of direct tegen ze opspringt. In eerste instantie is zijn blaf erop gericht bezoekers bij zijn baas aan te kondigen.
Erfhonden willen echter nog wel eens imponeren en dat is meestal te danken aan hun grootte. Een Duitse herder is immers geen klein hondje. Dat is iets anders dan een pittige waakhond die bijvoorbeeld een bedrijventerrein bewaakt (denk aan Rottweilers, Bullmastiff of Mastino). Het gaat hier om een vriendelijke erfhond. In dit geval komen we uit bij onder andere een Drentsche Patrijshond. Een ras dat al sinds de zestiende eeuw bestaat en uit Frankrijk en Spanje afkomstig is. Al in 1943 werd het ras in Nederland erkend en drie jaar later ontstond er een rasvereniging.
Drentsche Patrijshond is zachtaardig, maar geen doetje
Het karakter van de Drentsche Patrijshond wordt omschreven als gevoelig, intelligent, nieuwsgierig, vrolijk, levendig en aanhankelijk. Wel meent de rasvereniging dat het weliswaar zachtaardige honden zijn, maar zeker geen doetjes. Ze zijn ook attent en waaks, zonder agressief te zijn. Een ‘Drent’ is heel erg gericht op zijn baas en zal bij ‘anderen’ eerst de kat uit de boom kijken. Daarnaast is het ook een prima gezinshond die houdt van gezelligheid. Hij kan ook prima met kinderen.
Een Drent is heel goed te trainen, maar dat mag nooit met harde hand gebeuren, dan kruipt hij in zijn schulp en het gevolg is een angstige hond. Dat wil je niet, want dan kan zijn gedrag onvoorspelbaar worden. Hij houdt ervan voor een baas te werken en hem trouw te zijn. Goed gedrag mag dan ook zeker worden beloond. Zo voorkom je bij een Drent, en eigenlijk bij iedere hond, op een goede manier ongewenst gedrag.
Een Drent houdt van werken en trainen
Naast erf- en huishond is een Drent van oorsprong een jachthond. Het is dan ook helemaal zo gek niet om met een Drent trainingen te volgen zoals gedrags- en gehoorzaamheidstraining, apporteertraining en veldwerktraining. Het is goed om met zo’n training zo vroeg mogelijk te beginnen. Dat start al met een paar minuutjes oefenen tijdens het uitlaten van de pup. Die kleine momenten van trainen zijn dan al genoeg. De hond went op deze manier snel aan het luisteren naar commando’s en als je dat gedoceerd doet, krijgt de hond er plezier in. Dat laatste is natuurlijk enorm belangrijk.
Mannelijke Drentsche Patrijshonden worden zo’n 58 tot 63 centimeter hoog (schofthoogte) en dames 55 tot 60 centimeter. Met een gewicht van respectievelijk 30 tot 35, en 25 tot 31 kilo zijn het niet heel grote honden, maar een kleintje is het zeker niet. De vachtkleur is wit met bruine platen, met of zonder spikkels of schimmelkleurige vlekken. De Drent is flink behaard en heeft een waterafstotende ondervacht. De haren van zijn buitenvacht zijn niet heel lang, maar doordat op verschillende plaatsen het haar langer is, wekt het de indruk van een langharige hond.