Sinds mensenheugenis hebben de royals een zwak voor honden. Ze worden met honden vast gelegd op schilderijen, honden gingen mee met de jacht, waren te zien tijdens ceremonies of werden uitgebreid geknuffeld door de prinsjes en prinsessen. Het schijnt zelfs zo te zijn dat er in het oude Egypte al honden gehouden werden door de farao’s. Dat de koninklijke liefde al way back gaat is dus wel duidelijk. Maar welke hondenrassen waren nou favoriet aan koninklijke zijde?

Queen Elizabeth en haar corgi’s

De meest bekende koninklijke hondjes moeten haast wel die van Queen Elizabeth zijn. Haar allereerste corgi kreeg ze van haar vader en daarna heeft ze haar hele leven honden van dit ras aan haar zijde gehad, in totaal wel een stuk of dertig. Ze heeft zelfs corgi’s gefokt en is ook nog eens verantwoordelijk voor het creëren van een compleet nieuw hondenras, de Dorgi, dat voortkwam uit een van haar corgi’s en de teckel van haar zus Margaret. Hoewel de koningin meer dan zes jaar geleden stopte met het fokken omdat ze na haar overlijden geen hondjes wilde achterlaten heeft ze nu nog drie hondjes om haar liefde aan te geven; Dorgi’s Fergus, Candy en Muick. 

Prinses Beatrix en haar labrador Asher

In hun liefde voor honden doet het Nederlandse Koningshuis niet onder voor het Britse. Alleen hebben de Oranjes hun hart niet aan een bepaald hondenras verloren, maar zijn er verschillende hondenvrienden geweest die in hun koninklijke mandjes mochten liggen. Net als haar moeder en oma is ook prinses Beatrix en echt hondenmens. Op dit moment trippelen de poten van labrador Asher door de gangen van kasteel Drakensteyn. Maar vroeger waren onder andere een dalmatiër, een golden retriever, een teckel en drie border terriërs lid van de koninklijke familie. 

De labrador van de koning

Niet alleen prinses Beatrix heeft een zwak voor de zwarte labrador, ook haar zoon koning Willem-Alexander is gek op de honden. In de tuinen van Paleis Huis ten Bosch rennen dan ook maar liefst drie labradors rond, Skipper, Nala en Luna. 

Presidentiële honden

Ook in het Witte Huis staat bijna altijd ergens een voerbak en een mand, want bijna alle Amerikaanse presidenten namen een hond mee het Witte Huis in. Maar of dat nou per se uit voorliefde voor het dier was, of als strategische politieke zet is nog maar de vraag. Een bekende uitspraak van de 33ste president van Amerika was namelijk; if you want a friend in Washington, buy a dog. Deze uitspraak kun je natuurlijk op twee manieren opvatten. Dat je nooit werkelijk een vriend in Washington hebt, tenzij je een hond hebt. Of dat je vrienden kunt maken door een hond te nemen. Hoe dan ook, zo werd er door meer presidenten over gedacht, want Obama liet zijn dochters een hond uitkiezen. Dat werd Portugese waterhond Bo. Ook de huidige president Joe Biden, bracht honden mee het Witte Huis in. De Duitse Herders Major en Champ. Vrienden maken deed hij daarmee niet echt, want Major zette meerdere keren zijn tanden in het personeel.

De lijst is eindeloos

De mopshond van Marie Antoinette, de poedel van Rainier van Monaco, de labradoodles van de Noorse kroonprins- en prinses, de cocker spaniël van William en Kate en de labrador van Harry en Meghan; de lijst is werkelijk eindeloos. Maar wanneer je bedenkt dat er miljoenen honden op aarde zijn en dat de hond naast de kat het meest populaire huisdier is, dan is het ook niet zo heel verwonderlijk dat ook de koningen, koninginnen, prinsen, prinsessen, presidenten en keizers zich graag met deze dieren omringen.