Laat je hond vanaf jonge leeftijd wennen aan vachtverzorging. Borstel de hond, ontklit de haren en breng regelmatig een bezoek aan de trimsalon. Op die manier wordt de vacht goed verzorgd en krijgt de hond geen last van bijvoorbeeld wondjes of jeuk. Bij een goede trimsalon weten ze om te gaan met de verschillende vachten en hoe vaak deze verzorgd moeten worden. 

 

Afhankelijk van de vacht moet een hond een paar keer per jaar naar de trimmer. Zo zijn er honden met een ruwharige of langharige vacht of een krulvacht die tot vier keer per jaar getrimd kunnen worden, maar de vacht van een ‘plukhond’ kan twee keer per jaar worden getrimd. Ook honden met een zogenoemde dubbele vacht, met veel onderwol, kunnen een aantal keer per jaar naar de trimsalon.

 

Complete vachtbehandeling bij een trimsalon

 

In een trimsalon worden de vacht van de hond verzorgd. Maar wat houdt dat nu eigenlijk in? Dit wil zeggen dat de vacht wordt geknipt of geschoren, gewassen, geföhnd, geborsteld en gekamd. Ook plukken, ontwollen en effileren worden er uitgevoerd. Effileren is het uitdunnen en modeleren van de vacht met een schaar met twee snijbladen (voor een natuurlijk resultaat). In alle gevallen wordt er een behandeling toegepast die past bij de vacht van de hond. Medewerkers van een goede trimsalon hebben dan ook kennis van zaken en weten hoe de verschillende hondenvachten behandeld moeten worden. In sommige trimsalons kunnen ook de nagels worden geknipt, worden de oren schoongemaakt en de anaalklieren geleegd. Kortom; het biedt de hond een complete ‘schoonheids’behandeling.

 

Wat zijn de consequenties als je de vacht niet verzorgt?

 

Als je dat niet doet, kunnen er veel vacht- en huidproblemen ontstaan. De vacht gaat klitten en jeuken. De hond gaat krabben en bijten en er ontstaan huidwondjes die kunnen gaan ontsteken. Dan ontstaan er bijvoorbeeld zogenoemde hotspots of andere huidproblemen. Bovendien ziet de hond er niet goed verzorgd uit. Daarom is het belangrijk dat je met de hond naar een bekwame trimsalon gaat om de vacht te laten knippen, scheren, plukken, ontwollen of effileren.

 

De verschillende vachten van honden op een rij die door een trimsalon worden aangehouden:

Ruwharig (teckel)

Kortharig (labrador)

Langharig (golden retriever)

Dubbele vacht (husky)

 

Er is officieel een nog uitgebreidere vachtverdeling. Die tref je hier:

-kort- of gladharig

-korte stokhaar met weinig ondervacht

-stokhaar met ondervacht

-langharige stokhaar

-krulhaar met meekomende ondervacht

-kort tot middellang zijdehaar, gecombineerd met lange zijdehaar aan o.a. poten, oren

-zacht dekhaar en ondervacht

-ruwharige vacht

-langhaar met ondervacht

-langhaar met zacht dekhaar en een (gelaagde) ondervacht

-langhaar met een enkele vacht

-viltvacht

-naakthond

 

Voor bijna alle honden geldt dat regelmatig borstelen een must is. Daarmee verwijder je vuil uit de vacht en voorkom je dat de vacht gaat klitten. Bovendien ziet een hond met een verzorgde vacht en nette haren en gewoonweg mooi uit. De kortharige honden verharen constant. De meeste andere honden, met langere haren, verharen zo’n twee keer per jaar.

Daarnaast hangt het van de vacht af hoe vaak je naar een trimmer zou moeten.

 

De verschillende vachten en behandelingen

 

stokhaar

Als honden met stokhaar gaan verharen is ‘ontwollen’ bij de trimsalon een aanrader. Denk aan een Duitse herder en of een husky.

 

ruw haar

Honden met een ruwharige vacht zoals een teckel of een Airdale worden veelal geplukt. Op het moment dat de ondervacht van deze honden is vervangen door een nieuwe ondervacht, dan gaat de dekvacht loszitten. Dit is het moment dat de hond naar de trimsalon kan worden gebracht.

 

lang haar

Bij een langharige vacht zoals van een schapendoes of Maltezer, wordt de ondervacht in de ruiperiode in een korte tijd vervangen. De laag van haren daar bovenop worden constant vervangen. Je kunt de vacht van een langharige hond op een gewenste lengte laten inkorten. Vaak gebeurt dit middels de zogenoemde effileertechniek.

 

halflang haar

Een hond met halflang haar heeft een kortere ondervacht en een wat langere bovenvacht. Deze honden hebben ook vaak langere haren bij de oren en de poten. En een zogenoemde broek. Deze honden worden ‘in model’ geëffileerd. Denk aan een golden retriever of Ierse setter.

 

lang stokhaar

Een hond met lange stokharen zoals een Leonberger en Berner Sennen hond heeft een gelijke vacht als de hond met halflang haar, maar de onderlaag is vaak langer. Bij deze honden wordt in een trimsalon de wollaag weggehaald. De haren tussen de tenen worden dan ook meteen verwijderd.

 

lange wolharen

De honden met de lange wollige haren verharen steeds. De haren blijven in de vacht zitten en die moeten eruit worden gehaald om de vacht weer tiptop in orde te brengen. Deze honden, zoals een poedel en een bichon, worden geknipt en geschoren.

 

vilthaar

Honden met viltharen zoals een komodor worden ontklit.

 

Naar de trimsalon

 

Raadpleeg voor al deze manieren van trimmen een goede erkende trimsalon. Er zijn wel negenhonderd geregistreerde trimsalons in Nederland (2020). Zij kennen het onderscheid tussen de verschillende vachten van honden en trimmen de hond op professionele wijze. De meeste honden kunnen voor het eerst worden getrimd als ze zo’n half jaar oud zijn. Het is ook mogelijk de hond zelf te trimmen (link blog: volgt in augustus). In dat geval is het belangrijk dat je goed weet wat je doet en daar de juiste tools voor aanschaft.

 

Ga je naar de trimsalon, bereid je hond van jongs af aan daar al op voor. Zorg ervoor dat de vacht van de hond droog is en dat de hond, voordat hij naar de trimmer gaat, zijn behoefte heeft gedaan. Een volle maag is sowieso niet fijn voordat hij naar de trimmer gaat. Als je zelf de vacht van de hond regelmatig ontklit en goed borstelt, scheelt dat bovendien veel werk bij de trimmer.